zondag 20 november 2011

Ode aan Cocco

Appelvinken (Coccothraustes coccothraustes, pittenverbrijzelaar) zie je maar hoogst zelden. Hoog in de bomen verscholen levend, is deze schuwe grote Vink nauwelijks waar te nemen. Een fraaie zanger is het niet met zijn tikkende roep en appels eet hij ook al niet.
Zijn naam is afgeleid uit het Fries, Appelfretter, hetgeen aanduidt dat hij zaden uit Haagappels (vruchten uit de Meidoorn) lekker vindt. Zijn enorme snavel is één van de krachtigste uit het vogelrijk. Hij is in staat om kersenpitten te kraken. Ik had de mazzel een familie in de tuin te hebben gehad de laatste drie maanden. Regelmatig voeren van Zonnebloem pitten en een lekker badje hield ze op de plek. Vandaar een special aan hem gewijd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten